Tijdens het halfjaarlijks Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) zijn toezeggingen gedaan over een aantal projecten in het bijzonder, die belangrijk zijn voor onze regio. Het gaat om de A12 Gouda-Utrecht, de aansluiting A12- en N11 (Bodegravenboog), de Algeracorridor en de spoorverbinding Leiden-Utrecht.
Inge Nieuwenhuizen, wethouder gemeente Bodegraven-Reeuwijk en regionaal voorzitter bestuurlijk overleg Verkeer en Vervoer in Midden-Holland: “Binnen onze regionale netwerksamenwerking zijn een vitale regio en bereikbare woon- en werklocaties belangrijke opgaven. Er liggen nog veel uitdagingen om de bereikbaarheid en doorstroming in ons gebied te verbeteren. De Algeracorridor en de A12 zijn twee onderwerpen waarvan de urgentie ook neergelegd is in ons Regionaal Verkeer- en Vervoerplan (RVVP). Wij trekken als regiogemeenten samen op met de Provincie om de bereikbaarheid te verbeteren en constateren met tevredenheid dat mede dankzij deze goede samenwerking belangrijke stappen zijn gezet op deze projecten.”
A12 Gouda-Utrecht
De minister heeft met de gedeputeerden van Zuid-Holland en Utrecht afgesproken om nader onderzoek te doen voor de verbetering van de doorstroming op de A12 tussen Gouda en De Meern. Geconstateerd is dat met een verbreding van de A12 tussen Knooppunt Gouwe en Knooppunt Oudenrijn met één rijstrook in beide richtingen het aantal voertuigverliesuren kan worden gereduceerd en de verkeersprestatie van de A12 verbetert.
Tot aan het najaar van 2020 zal vervolgonderzoek worden gedaan naar eventuele effecten van de verbreding en oplossingen daarvoor. Ook de aansluiting van de N11 (Bodegravenboog) wordt meegenomen in het onderzoek. Ook enkele andere mogelijke oplossingen voor de problematiek op de A12 tussen Gouda en Utrecht, zoals het doortrekken van de regionale parallelstructuur en een intensivering van de spoorverbinding Utrecht-Leiden inclusief kansen voor P&R worden onderzocht.
Het streven is om de Startbeslissing voor de MIRT-Verkenning A12 Knooppunt Gouwe-Knooppunt Oudenrijn in het najaar van 2020 te nemen. In de Startbeslissing zal de relatie van de MIRT-Verkenning met het programma U-Ned en Beter Bereikbaar Gouwe worden beschreven.
Oeververbinding Rotterdam / Algeracorridor
Concrete stappen zijn gezet met de ondertekening van de Startbeslissing voor de MIRT-verkenning voor de Oeververbinding in Rotterdam. Hiermee is het officiële startsein gegeven voor de MIRT-verkenning Oeververbinding Regio Rotterdam. De betrokken partijen hebben samen 90 miljoen euro uitgetrokken voor het project. 22 miljoen is voor korte termijnmaatregelen om de doorstroming te verbeteren, de overige 68 miljoen is voor lange termijnmaatregelen.
Voor het oplossen van de opgaven worden maatregelen onderzocht binnen de bandbreedte van de pakketten “wegoptimalisatie” (o.a. een opwaardering naar 4 rijstroken met een aparte fietsbrug) en “verandering van vervoerswijze” (o.a. verbeteren van de OV en fietsverbindingen).
De verkenning leidt tot een goed onderbouwde keuze voor de beste oplossingen en de manier waarop dit gefinancierd wordt voor het gehele pakket Oeververbinding Rotterdam: de voorkeursbeslissing.
Wethouder Ria Boere van de gemeente Krimpenerwaard: “De Krimpenerwaard had natuurlijk het liefst een keuze voor de verbinding Ridderkerk-Krimpenerwaard gezien. Toch zijn onze gezamenlijke inspanningen met Krimpen aan den IJssel, de provincie Zuid- Holland en de partners in de regio niet voor niets geweest. Er komt nu 90 miljoen euro beschikbaar voor een duurzame oplossing van de Algeracorridor. Daar ben ik heel blij mee. De bereikbaarheid van de Krimpenerwaard en daarmee de regio wordt nu eindelijk verbeterd. Voor de lange termijn zijn wij er echter wel van overtuigd dat de verbinding tussen Ridderkerk en de Krimpenerwaard nodig blijft om de vitaliteit van het gebied en de stad-land relatie te versterken en om de Brienenoordbrug daadwerkelijk te ontlasten.”
Overige onderwerpen
Ten aanzien van de treinverbinding Leiden-Utrecht zijn afspraken gemaakt tussen Rijk en provincies Zuid-Holland en Utrecht over de investeringskosten van de inframaatregelen voor het doortrekken van de spitspendel naar Utrecht.
In de komende jaren worden tussen de 750-800 nieuwe truckparkingplaatsen gerealiseerd. Daarnaast worden afspraken gemaakt over handhaving bij trucks die langer parkeren dan toegestaan en wordt een dynamisch systeem over de aanwezigheid en bezetting van truckparkingplaatsen ontwikkeld.
Over de vrachtwagenheffing is afgesproken, dat mogelijke uitwijk van vrachtverkeer vanuit het netwerk waarop een heffing van toepassing is, te monitoren. Uitgangspunt is dat het Rijk de kosten draagt voor de benodigde additionele tellocaties die moeten worden ingericht om te kunnen meten en monitoren.
Het Rijk formeert daarnaast een centraal punt om alle informatie, communicatie en besluiten ten aanzien van de vrachtwagenheffing te coördineren en af te stemmen met de betrokken partijen.
Verder zijn afspraken gemaakt over het beperken van hinder door werkzaamheden. De planning van de verschillende aanleg- en onderhoudswerkzaamheden wordt onderling beter afgestemd.
In het kader van Slimme en Duurzame Mobiliteit zijn afspraken vastgelegd over de uitvoering van het klimaatakkoord, onder andere over de Nationale Agenda Laadinfrastructuur, zero-emissie stadslogistiek en het beperken van drukte in de hyperspits door samenwerking met grote partijen, zoals onderwijsinstellingen.
Rijk en medeoverheden blijven samenwerken om meer mensen gebruik te laten maken van de fiets en de fiets-treinreis te bevorderen. Zij doen dit o.a. door voldoende fietsparkeerplaatsen ter beschikking te stellen. Daarnaast wordt ingezet op fietsstimulering waarmee wordt bijgedragen aan het landelijke doel om 200.000 extra forenzen op de fiets te krijgen.